Werkgever en werknemer kunnen door het sluiten van een vaststellingsovereenkomst de arbeidsovereenkomst beëindigen. De vaststellingsovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de werknemer het recht heeft om deze overeenkomst zonder opgaaf van redenen binnen veertien dagen schriftelijk te ontbinden.

In een procedure in kort geding stelde de kantonrechter vast dat de werknemer de op 20 april 2020 gesloten vaststellingsovereenkomst op 4 mei 2020 heeft ontbonden. De ontbinding heeft plaatsgevonden binnen de wettelijke termijn van veertien dagen. De ontbinding van de vaststellingsovereenkomst heeft tot gevolg dat de beëindigingsovereenkomst eindigt op het moment waarop de schriftelijke verklaring de werkgever heeft bereikt. De arbeidsovereenkomst is hersteld per 5 mei 2020. Dat betekent dat de werkgever verplicht is het loon door te betalen vanaf die datum.

De ontbinding van de vaststellingsovereenkomst heeft geen terugwerkende kracht. Dat betekent dat de werknemer over de periode vanaf de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst tot en met de ontbinding daarvan geen recht op loon heeft.

Beëindiging slapende dienstverbanden

Arbeidsrecht
18 april, 2019

De kantonrechter Limburg heeft prejudiciële vragen voorgelegd aan de Hoge Raad over de beëindiging van slapende dienstverbanden. Wanneer een werknemer na twee jaar...

Boetebeding arbeidscontract niet overgenomen in vaststellingsovereenkomst

Arbeidsrecht
12 maart, 2020

Een arbeidsovereenkomst omvatte onder meer een non-concurrentiebeding, een relatiebeding en een geheimhoudingsbeding. Op overtreding van deze bedingen stond een boete, die in...

Aanzegverplichting

Arbeidsrecht
27 augustus, 2020

De werkgever is verplicht uiterlijk een maand voor het einde van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een duur van zes maanden of langer schriftelijk te laten weten of...