De Wet IB 2001 bepaalt dat vergoedingen voor de arbeid van de partner van een ondernemer niet ten laste van diens winst uit onderneming komen als de vergoeding lager is dan € 5.000 per jaar.

Een ondernemer claimde ondanks deze wetsbepaling aftrek voor de vergoeding van € 1.500 die hij aan zijn echtgenote had betaald voor haar werkzaamheden. De ondernemer voerde aan dat het ging om een vrijwilligersvergoeding. De rechtbank is van oordeel dat de kwalificatie van de vergoeding als vrijwilligersvergoeding niet van belang is voor de winstbepaling van een ondernemer. De kwalificatie is alleen van belang voor de belastingheffing van de echtgenote. Omdat de vergoeding voor de werkzaamheden van de echtgenote lager was dan € 5.000 per jaar, is de vergoeding van aftrek uitgesloten.

Belastingdienst corrigeert onzakelijke rente eigen woning

Inkomstenbelasting
29 augustus, 2019

Een belastingplichtige financierde zijn woning met een lening van zijn ouders. De lening had een looptijd van 30 jaar. De rente bedroeg 9% per jaar voor een periode van 15 jaar...

Bedragen NHG 2021 bekend

Inkomstenbelasting
15 oktober, 2020

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de bedragen voor de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) voor het jaar 2021 bekendgemaakt. De premie die voor de...

Fouten in percentages forfaitair rendement box 3

Inkomstenbelasting
5 maart, 2020

Naar aanleiding van vragen in de media is een fout ontdekt in de berekening van de forfaitaire rendementen van box 3 voor de jaren 2019 en 2020. De onjuiste percentages zijn...