De Wet IB 2001 bepaalt dat vergoedingen voor de arbeid van de partner van een ondernemer niet ten laste van diens winst uit onderneming komen als de vergoeding lager is dan € 5.000 per jaar.

Een ondernemer claimde ondanks deze wetsbepaling aftrek voor de vergoeding van € 1.500 die hij aan zijn echtgenote had betaald voor haar werkzaamheden. De ondernemer voerde aan dat het ging om een vrijwilligersvergoeding. De rechtbank is van oordeel dat de kwalificatie van de vergoeding als vrijwilligersvergoeding niet van belang is voor de winstbepaling van een ondernemer. De kwalificatie is alleen van belang voor de belastingheffing van de echtgenote. Omdat de vergoeding voor de werkzaamheden van de echtgenote lager was dan € 5.000 per jaar, is de vergoeding van aftrek uitgesloten.

Geen vrijstelling in box 3 voor letselschadevergoedingen

Inkomstenbelasting
3 oktober, 2019

De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer meegedeeld dat het kabinet niet van plan is om letselschadevergoedingen vrij te stellen in box 3 van de...

Uitzendregeling eigen woning

Inkomstenbelasting
29 oktober, 2020

Vermogensbestanddelen van een particulier vallen in beginsel in box 3 van de inkomstenbelasting. Er geldt een uitzondering voor de eigen woning. Deze valt in box 1. De inkomsten...

Verdeling gezamenlijke inkomensbestanddelen

Inkomstenbelasting
6 mei, 2021

De Wet IB 2001 bepaalt dat fiscale partners hun gemeenschappelijke inkomensbestanddelen onderling in hun jaarlijkse aangiften kunnen verdelen in iedere gewenste verhouding,...