De bedrijfsopvolgingsregelingen in de inkomstenbelasting (doorschuifregeling aanmerkelijk belang, DSR ab) en de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) zijn de afgelopen jaren telkens aangepast. Ook in 2026 worden er enkele wijzigingen in deze regelingen doorgevoerd. Zo worden de voorwaarden bij de bezitseis en de voortzettingseis in de BOR versoepeld. De bezitseis houdt in dat de erflater voorafgaand aan de overdracht minimaal 1 jaar (de schenker 5 jaar) in het bezit van de onderneming of de aandelen moet zijn geweest. De voortzettingseis houdt sinds dit jaar in dat de opvolger de onderneming minimaal 3 jaar voortzet of de aandelen minimaal 3 jaar houdt. Heeft de opvolger de onderneming (of de aandelen) vóór 1 januari 2025 verkregen? Dan blijft de oude voortzettingstermijn van 5 jaar van kracht.

 

De versoepeling van de voorwaarden bij de bezits- en voortzettingseis maakt het mogelijk dat bepaalde herstructureringen tijdens de bezits- en voortzettingsperiode vanaf 1 januari 2026 niet meer leiden tot een nieuwe bezits- en voortzettingsperiode. Denk hierbij aan een verandering van de juridische structuur, de rechtsvorm van de onderneming of een fusie of splitsing. Hiervoor gelden wel twee vereisten:

 

  • het (indirecte) belang van de schenker of erflater mag in de bezitsperiode niet toenemen; en
  • het (indirecte) belang van de opvolger mag in de voortzettingsperiode niet afnemen.

 

Actiepunt

Wil je een nieuwe bezits- of voortzettingsperiode voorkomen? Dan kan het zinvol zijn om de bedrijfsopvolging uit te stellen tot 2026. Vraag je adviseur wat in jouw situatie wijs is om te doen.

 

Preferente aandelen

Een andere wijziging per 1 januari 2026 in de bedrijfsopvolgingsregelingen betreft de wettelijke vastlegging van de nieuwe definitie van zogenoemde ‘preferente aandelen’. Dit zijn aandelen met voorrang ten aanzien van winstverdeling of liquidatieopbrengsten. Preferente aandelen kwalificeren in beginsel niet voor toepassing van de bedrijfsopvolgingsregelingen, tenzij deze ooit zijn ontstaan in het kader van een bedrijfsopvolging. Houd je aandelen in een bv, waarin aandelen zijn uitgegeven met voorrang bij de winstverdeling? Vraag je adviseur dan te beoordelen welke fiscale gevolgen de nieuwe definitie van preferente aandelen vanaf 1 januari 2026 voor jou heeft.

 

Tegengaan constructies

Twee constructies waarbij ongewenst gebruik wordt gemaakt van de BOR, worden vanaf 1 januari 2026 bestreden. Ten eerste zijn dat de zogenoemde ‘rollatorinvesteringen’. Bij deze constructie vormen vermogenden vaak op hogere leeftijd beleggingsvermogen dat niet kwalificeert voor de BOR, om in ondernemingsvermogen dat wél kwalificeert voor de BOR. Deze constructie wordt bestreden door voor AOW-gerechtigden een langere, leeftijdsafhankelijke bezitsperiode in te voeren.

 

De andere constructie die vanaf 1 januari 2026 wordt bestreden is de zogenoemde ‘dubbel-BOR’. Bij deze constructie kopen ouders na het verstrijken van de voortzettingstermijn van 3 of 5 jaren de aan hun kind met gebruikmaking van de BOR overgedragen onderneming weer terug. Daarna wordt dezelfde onderneming opnieuw met toepassing van de BOR aan het kind geschonken. Deze constructie wordt bestreden doordat de BOR vanaf 1 januari 2026 nog slechts 1 keer per onderneming kan worden toegepast.