Komt er een werknemer bij jou in dienst met de Nederlandse nationaliteit of de nationaliteit van een van de landen uit de EER (EU + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) of Zwitserland? Dan mag deze werknemer bij jou werken zonder dat hier een vergunning voor nodig is. Een werknemer met een andere nationaliteit (derdelander) mag volgens de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) alleen in Nederland werken met een geldige tewerkstellingsvergunning (TWV) of een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA). Op het moment dat er geen geldige TWV of GVVA (meer) is en de werknemer blijft bij jou werken, kun je een forse boete opgelegd krijgen. Deze boete is per 1 februari jl. opgehoogd van maximaal € 8.000 per werknemer naar € 11.250 per werknemer. Voor gedetacheerde derdelanders geldt – onder voorwaarden – een uitzondering op deze verplichting.

 

 

Let op geldige ID-bewijzen

 

Je moet de identiteit van een werknemer die bij jou in dienst treedt, vaststellen voordat hij of zij begint te werken. Dat doe je aan de hand van een op dat moment geldig en origineel identiteitsbewijs (ID-bewijs). Denk hierbij aan een paspoort of identiteitskaart. Je kunt de identiteit van de werknemer niet aan de hand van een geldig rijbewijs vaststellen. Dat komt omdat daarin niet de nationaliteit en de verblijfsstatus van de werknemer is vermeld. Vervolgens moet je een kopie van het ID-bewijs bewaren in het personeelsdossier. Verloopt het ID-bewijs van een derdelander, dan moet je ook een kopie van zijn of haar nieuwe ID-bewijs in het personeelsdossier opnemen. Het is dus van belang om de derdelanders goed te blijven monitoren gedurende de dienstbetrekking.