Op www.brink-hoek.nl gebruiken wij cookies en andere technieken om jouw ervaring op onze website te verbeteren en om advertenties te tonen, ook met tracking cookies van derden die jouw internetgedrag volgen. Bekijk ons cookiebeleid. Als je doorklikt ga je akkoord met het plaatsen van de cookies en technieken.
De Hoge Raad besliste eind vorig jaar dat het eigen gebruik van onroerende zaken, zoals een vakantiewoning, in principe tot de rendementsgrondslag van box 3 behoort. Maar omdat hiervoor nog geen wettelijke regeling bestond, werd toch niet aan box-3-heffing toegekomen. Concreet betekent dit dat de waarde van het eigen gebruik nihil is tot en met 2025.
Met de inwerkingtreding van de Wet tegenbewijsregeling box 3 is echter alsnog een waardebepaling opgenomen van het werkelijke rendement van het eigen gebruik van een onroerende zaak in box 3. Hiervoor wordt uitgegaan van de zogenoemde ‘economische huurwaarde’. Dat is de huurprijs die bij verhuur onder normale omstandigheden bedongen kan worden. Je mag daarbij uitgaan van 5,06% van de WOZ-waarde. Tot 2028 geldt echter nog het forfaitaire box-3-stelsel, maar met een tegenbewijsmogelijkheid als het werkelijke rendement aantoonbaar lager is dan het forfaitaire rendement. Vanaf 2026 kun je dat tegenbewijs leveren via je aangifte inkomstenbelasting. Tot het werkelijk rendement van je box-3-vermogen behoort dan ook de werkelijke waarde van het eigen gebruik van een onroerende zaak, berekend op grond van de nieuwe waardebepaling.
